Het hoorrecht… Een vergiftigd geschenk?
Kinderrechten
Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind stipuleert in Artikel 12 dat kinderen het recht hebben om een eigen mening uit te spreken. Dat recht geldt ook voor de regeling van hun verblijf na de scheiding van hun ouders.
In België wordt dit recht geconcretiseerd in het hoorrecht. In het kader van de wet betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank welk in werking trad op 1 september 2014 wordt bepaald hoe ‘het verhoor van een minderjarige’ concreet wordt uitgevoerd (artikel 1004/1 van het Gerechtelijk Wetboek).
De wet over het hoorrecht
Als ouders er niet in slagen een verblijfsregeling voor de kinderen op te maken, wordt dit een aangelegenheid voor de rechtbank. Kinderen hebben dan het recht om gehoord te worden. Zo kunnen kinderen vanaf 12 jaar door de rechter worden uitgenodigd voor een onderhoud. Kinderen onder de 12 jaar kunnen daar zelf om vragen. De rechter ligt het kind boven de 12 jaar schriftelijk in over zijn hoorrecht. Dat gebeurt eventueel op het adres van elk van beide ouders. Er bestaat een gestandaardiseerd formulier om de vraag te stellen. Dit zit ingesloten bij de brief. Het onderhoud met de rechter gebeurt op een plaats die de rechter het meest geschikt acht, maar verloopt buiten de aanwezigheid van wie ook, tenzij de rechter een andere regeling kan verantwoorden.
Misverstand
Over dit hoorrecht bestaat een misverstand. Velen menen dat kinderen en jongeren voortaan mogen kiezen hoe hun verblijfsregeling er zal uitzien. Echter, dit hoorrecht is geen keuzerecht. De uiteindelijke beslissing wordt door de rechter genomen. Hij zal de mening van het kind wel meenemen in zijn beslissing, maar de mening van het kind is geenszins allesbepalend. De rechter oordeelt in het belang van de kinderen. De keuze van de kinderen is zeker niet altijd in hun eigen belang.
Pijnpunt
Er is nog een pijnpunt. Het verslag van het onderhoud wordt opgenomen in het dossier van de scheiding. Dat betekent dat de ouders het verslag mogen inkijken. Ouders kunnen lezen wat hun kinderen aan de rechter hebben verteld. De mening van het kind is dus geenszins vertrouwelijk. Het kind wil geen van zijn ouders ontgoochelen, waardoor hij in de praktijk zijn mening niet altijd durft te zeggen.
Vechtscheiding en loyaliteit
Heel wat ouders geraken het wel eens over de verblijfsregeling van hun kinderen. Hopelijk hebben zij daarbij kunnen horen wat hun kinderen ervan vinden en zullen zij daar in de mate van het mogelijke rekening mee houden.
Er zijn steeds meer vechtscheidingen waarbij ouders het niet eens geraken over de verblijfsregeling van de kinderen. Nogal eens vergeten ouders naar de mening van hun kinderen te luisteren. In plaats daarvan zullen zij hun kinderen ervan willen overtuigen hun keuzes bij te treden. Kinderen moeten dan een emotionele keuze tussen hun ouders maken. Zij geraken in een loyaliteitsconflict. De loyaliteitsgevoelens van kinderen komen bij het uitoefenen van hun hoorrecht flink onder druk te staan.
Objectieve redenen
Dat wil niet zeggen dat kinderen geen mening kunnen hebben over de omgangsregeling. Kinderen kunnen objectieve redenen hebben: de ene ouder kan beter voor hen zorgen of de ene ouder heeft meer tijd voor hen of de afstand naar school en de vrijetijdsactiviteiten is bij de ene ouder minder groot of… Er kunnen ook emotionele redenen bestaan: de band met een ouder is veel sterker of het klikt gewoon beter met de ene ouder of de ene ouder is minder streng of…
Die objectieve redenen kunnen ervoor zorgen dat kinderen juist wel of juist niet voor een verblijfsco-ouderschap kiezen, dat ze een idee hebben over hoeveel tijd ze bij elk van hun ouders willen verblijven. Misschien willen ze wel een soepele omgang met hun beide ouders, zoals bij de een wonen, maar met de mogelijkheid de andere ouder min of meer vrij te mogen bezoeken of contacteren… Leeftijd zal hier zeker een rol spelen.
Pas in uitzonderlijke gevallen zullen kinderen ervoor kiezen om geen contact met een van hun ouders te willen, bijvoorbeeld als zij zich niet veilig voelen bij die ouder.
Het ouderverstotingssyndroom
Bij het ouderverstotingssyndroom wil het kind geen contact meer met één van zijn ouders, zonder dat hij daar objectieve redenen voor heeft. De ouder bij wie het kind verblijft, demoniseert de andere ouder en programmeert het kind zodanig dat hij een afkeer krijgt voor de andere ouder en hem verstoot.
Bij het ouderverstotingssyndroom zijn er geen objectieve argumenten om het contact tussen het kind en een van zijn ouders via een vonnis te verhinderen. Het is zelfs gevaarlijk om bij het verhoor rekening te houden met de mening van het kind. Want in het geval van ouderverstoting is de mening van het kind niet de mening van het kind. De mening van het kind is de mening die een van de ouders hem heeft opgedrongen. Het gevaar bestaat dat het kind op basis van foute argumenten de contacten met een van zijn ouders (soms levenslang) verliest met alle emotionele gevolgen van dien. Voor het kind zelf én voor de verstoten ouder.
Als een kind aangeeft geen contact te willen met één van zijn ouders moet dat grondig onderzocht worden en m.n. nagegaan of er voldoende objectieve redenen zijn om deze mening te honoreren.
Grootouders
Grootouders – en ook andere belangrijke personen – hebben recht op persoonlijk contact met hun kleinkinderen. Sommige grootouders hebben evenwel geen contact. Sommige stappen naar de rechter om hun recht alsnog af te dwingen. Als kinderen gehoord worden kunnen zij ook nu in een loyaliteitsconflict tussen (een van) hun ouders en hun grootouders geraken. Dat maakt het voor kinderen weer uiterst moeilijk om hun mening te zeggen.
De rechter zal dit recht op persoonlijk contact met de grootouders hoe dan ook pas honoreren als de belangen van het kind er niet door geschaad worden.
Een vergiftigd geschenk?
Als kinderen hun mening mogen zeggen over de verblijfsregeling of het contact met hun grootouders is dat in geval van conflicten riskant. Ze dreigen algauw in een loyaliteitsconflict terecht te komen. Het loyaliteitsconflict is dan de prijs die ze voor hun hoorrecht moeten betalen. Vooral als ze beseffen dat hun ouders en grootouders hun mening vroeg of laat zullen kennen zijn ze niet gediend met het hoorrecht, dat het hoorrecht een dode letter wordt, dat het hoorrecht zelfs een vergiftigd geschenk wordt.
Er zullen enkele voorwaarden moeten vervuld worden opdat het uitoefenen van het hoorrecht van kinderen geen emotionele belasting wordt
Het verslag
Op de eerste plaats wordt ervoor gepleit dat het verslag van het onderhoud van het kind met de rechter niet langer in het echtscheidingsdossier wordt opgenomen. Dit verhoogt de kans dat kinderen zich vrij voelen om hun mening aan de rechter toe te toevertrouwen.
Wat dat betreft is er enigszins goed nieuws. De minister van Justitie is zich bewust van de problematiek en stelt voor om het verslag van het onderhoud van het kind met de rechter inderdaad niet langer in het scheidingsdossier op te nemen. Voorlopig gaat het nog maar om een idee van de minister, dat eerst in een werkgroep onderzocht wordt. Een aanpassing van de wet is er dus nog niet meteen.
Verantwoordelijkheid
Dat kinderen recht op vrije meningsuiting genieten betekent niet dat hun mening zonder meer moet worden overgenomen. Dat is ook niet het geval. De beslissingen omtrent verblijfsregeling en contacten met de grootouders en anderen) worden door de volwassenen genomen. Hopelijk gebeurt dat in het belang van de kinderen. De rechter zal door borg voor staan. Kinderen mogen alleszins niet het gevoel krijgen dat zij verantwoordelijk zijn voor de beslissing die uiteindelijk wordt genomen.
Uitgangspunt
Hopelijk slagen volwassenen, de rechter voorop, erin kinderen ervan te overtuigen dat een mening gebaseerd op objectieve redenen niet hetzelfde is als kiezen tussen hun ouders of tussen hun ouders en hun grootouders en dat ze voor hun mening dus gerust mogen uitkomen. Daarom is het ook belangrijk dat rechters samen met kinderen trachten deze objectieve redenen te inventariseren. Het bespreken van de objectieve redenen voor een keuze inzake verblijfsregeling moet het uitgangspunt zijn als de rechter de kinderen ‘hoort’. En dat zowel om een loyaliteitsconflict te beperken als te voorkomen dat een ouderverstotingssyndroom tot ontwikkeling komt.
Bibliografie
– De Corte E. (2015). Hoorrecht: Kinderen anoniem horen bij echtscheiding.
http://www.ericdecorte.be/blog/hoorrecht-kinderen-anoniem-horen-bij-echtscheiding
– De Vogelaere I. (2014). Minderjarigen krijgen informatie over hoorrecht bij familiale geschillen. Polfinfo.be, 08/09/2014.
– Driesen, L. (2007). Het loyaliteitsconflict bij echtscheidingskinderen nader bekeken. Caleidoscoop (19, 1), p. 24-31.
– Driesen, L. (2012). Ik wil mama én papa, allebei. Over echtscheiding, verwerking, loyaliteit en hulpverlening. Antwerpen-Apeldoorn, Garant, 247 p.
– Driesen L. (2016). Kaat wil niet meer op bezoek. Het ouderverstotingssyndroom. Antwerpen-Apeldoorn: Garant, 140 p.
– Driesen L., Als kinderen geen contact meer willen… Het ouderverstotingssyndroom. Welwijs, 2016 (27, 4), p. 22-25.
– Federale Overheidsdienst Justitie (2014). Wet betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank. www.just.fgov.be, 4 p.
– Germeys V., Wat als een kind zijn ouder niet meer wil zien? Ouderverstoting. Caleidoscoop, 2016 (28, 2), p. 21-27.
– Justaert M. (2011), Kinderen krijgen inspraak bij echtscheiding. De Morgen, 15 juni 2011, p. 2.
– Kinderrechtencollectief (?). Alle kinderrechten. http://www.kinderrechten.nl/
– Myde (2016). Grootouders moeten meer rechten krijgen bij scheiding. De Standaard, 6 juni 2016.
– Rogiers F. (2015). Grootouders tussen vechten en verzoenen. De Standaard 22 februari 2015.
– Soens A.-S., Kaat wil niet meer op bezoek. Het ouderverstotingssyndroom, 2016, https://www.weliswaar.be/kaat-wil-niet-meer-op-bezoek