Stiefouders of plusouders?

“We praten onder vrienden vaak over onze stiefvaders. Er is geen enkele goeie bij! Soms zou ik die van mij wel zijn ogen willen uitkrabben! Mijn eerste stiefvader vond ik veel beter.”

Aan het woord is Liesa, een meisje van 15 jaar.  Liesa komt behoorlijk negatief uit de hoek als zij het over haar huidige stiefvader heeft. Haar uitspraak is behoorlijk deprimerend voor (kandidaat-) stiefouders. Het positieve woord ‘plus- of bonusouder’ lijkt hier niet meteen een gepast alternatief voor het – door het Assepoestersprookje – beladen woord ‘stiefouder’! Kan het anders? Wij bekijken wat de risico’s zijn van het stiefouderschap. We proberen ook om (aanstaande) stiefouders advies te geven om hun stiefouderschap betere kansen te geven.

 

  1. Stiefouders in een moeilijk parket

 

– Een nieuw samengeteld gezin

Na de scheiding vormen de vader en/of een moeder met een nieuwe partner een samengesteld gezin. Soms brengt ook die nieuwe partner zijn of haar kinderen mee. Soms komen er uit de nieuwe relatie nog kinderen en wordt er een complex samengesteld gezin gevormd. In een nieuw samengesteld wordt een ouder ook stiefouder.

Heel wat stiefouders slagen er perfect in om ook werkelijk ‘ouder’ te zijn voor de stiefkinderen. Anderen hebben het daar veel moeilijker mee. Laten we eens kijken hoe dat laatste komt en hoe de kans op een geslaagd stiefouderschap kan vergroot worden.

 

–  Bloedband versus verworven band

Een algemeen bekend idee zegt dat er een verschil is tussen een bloedband en een verworven band. Bloedbanden bestaan tussen de leden van het kerngezin. Ze bestaan van bij de geboorte. Ze zijn met het leven, ‘met het bloed’ meegegeven.

Verworven banden zijn de banden die op latere leeftijd verworven worden, zoals bij een nieuw gezin. Het zijn een soort van kunstmatige banden. Ze zijn door de mensen zelf gesmeed. In het algemeen is men ervan overtuigd dat de bloedband sterker is dan de verworven band.

De bloedband is onvervangbaar en onvernietigbaar. De verworven band kan wèl herroepen worden.

Er is de verwachting dat bij belangenconflicten in een samengesteld gezin de bloedband voorrang krijgt op de gekozen band. Dat maakt dat de kans bestaat dat een ouder bij een conflict de eigen kinderen voorrang verleent op de stiefkinderen. En zelfs op de nieuwe partner. En zeker op diens kinderen.

Deze regel veroorzaakt veel spanningen in het samengesteld gezin, vooral wanneer de gezinsleden die regel niet herkennen en erkennen en als ze hem proberen te veranderen.

 

– Bedreigd ouderschap

Die voorrangsregel maakt dat sommige stiefouders het ouderschap haast niet kunnen delen met de nieuwe partner. In sommige samengestelde gezinnen slaagt de stiefouder er niet in om de volwaardige ouderrol ten aanzien van zijn stiefkinderen op zich te nemen.

Mogelijk krijgen deze stiefouders het gezag niet mee van hun partner. Die beschouwt de stiefouder als opvoeder een buitenstaander.

Mogelijk krijgen deze stiefouders het gezag niet mee van de stiefkinderen. De stiefkinderen vinden dat de stiefouder zich met hen niet mag bemoeien.

Wanneer stiefouders bij de stiefkinderen de indruk wekken dat ze een betere ouder dan hun eigen ouder zijn of willen zijn, is dat voor de stiefkinderen nauwelijks aanvaardbaar. Immers, hiermee komen die stiefkinderen in een loyaliteitsconflict tegenover hun ouder. Zij kunnen het gevoelen krijgen dat als ze de stiefouders erkennen, ze daarmee meteen ook hun ouders miskennen.

Het risico op moeilijkheden is het grootst bij opvoedingsconflicten. Samen ouder zijn lukt de nieuwe partners soms, maar zeker niet altijd. Er zijn momenten waarop ieder op zijn manier solo-ouder is. De nieuwe partners moeten ervoor zorgen dat er momenten zijn waarop ze samen-partner zijn. Ouders moeten voortdurend kunnen wisselen van samen-partner naar solo-ouder naar samen-ouder. Ze mogen niet verwachten dat dit altijd even goed lukt. Gevoelens van frustratie, boosheid en verdriet zijn nooit ver af.

We mogen ondertussen niet vergeten dat heel wat stiefouders er wel degelijk in slagen om volwaardig stiefouder voor hun stiefkinderen te zijn.

 

–  Stiefouders, plusouders, bonusouders

De term ‘stiefouder’ wekt bij de mensen in het algemeen en bij de betrokkenen in het bijzonder nogal eens een negatief gevoel op.

Er bestaan dan ook alternatieven voor de term ‘stiefouder’, nl. ‘plusouder’ en ‘bonusouder’ Die woorden klinken veel sympathieker en willen het stiefouder zijn een positieve betekenis geven. Deze termen willen zeggen dat de stiefouder een ouder is die ’erbij’ komt, een meerwaarde geeft, die een ‘plus’ is of een ‘bonus’ voor de kinderen. Naast de plus- of bonusouder krijgen kinderen er vaak ook nog ‘plusbroers’, ‘bonusbroers’ en ‘pluszussen’, ‘bonuszussen’ bij.

We zouden kunnen zeggen dat plusouder of bonusouder zijn de geslaagde variant is van het stiefouderschap. De vraag is dan hoe de nieuwe ouders van het samengesteld gezin plus- of bonusouders, succesvolle stiefouders dus, kunnen worden.

Toch nog even dit: ook al pleiten heel wat stiefouders voor deze nieuwe termen, zij worden in de praktijk vooralsnog (te?) weinig gebruikt.

 

  1. Plus- of bonusouder worden

 

– Niet te snel beginnen

Nieuwe gezinnen hebben minder kans om te overleven dan eerste gezinnen. Daarom is het goed om na te denken over hoe ouders de vorming van een nieuw gezin het best aanpakken. De opgenomen adviezen kunnen ervoor zorgen dat het nieuwe gezin meer slaagkansen heeft. Ze moeten er voor zorgen dat kinderen het nieuwe gezin gemakkelijker kunnen aanvaarden en er zich ook makkelijker aan kunnen aanpassen. Bovendien stimuleren de tips beide ouders en stiefouder om de loyaliteitsgevoelens van de kinderen te respecteren. Ze zorgen ervoor dat kinderen contact blijven hebben met hun andere ouder. Vanzelfsprekend helpen deze tips het nieuwe ouderpaar om ook als partners te slagen. En dat de stiefouder een plus- of bonusouder kan worden.

Ouders en stiefouders dienen zorgvuldig te werk te gaan bij de samenstelling van hun nieuw gezin. De ouder beschouwt zijn nieuwe partner en zijn kinderen als de belangrijkste mensen uit zijn leven. Daarom komen sommige ouders gemakkelijk in de verleiding om de kinderen zo snel mogelijk in contact te brengen met de nieuwe partner. En dat doen ouders beter niet.

 

– Emotionele belangen

De ouder dient eerst en vooral de emotionele belangen van de eigen kinderen voor ogen te houden. Hoe belangrijk hij de nieuwe partner voor zichzelf ook mag vinden, eigenlijk komt die pas op de tweede plaats. Kinderen moeten eerst de scheiding verwerken. Pas daarna is er emotionele ruimte voor een aanstaande stiefouder en de vorming van een nieuw gezin.

Ouders houden ook best rekening met de emoties van de ex-partner. De manier waarop de ouder zijn ex-partner behandelt bepaalt mede het welslagen van het nieuwe gezin. De ex-partner heeft immers via zijn contact met de kinderen een blijvende invloed op het nieuwe gezin.

Het plan van aanpak houdt rekening met de emotionele behoeften van alle betrokkenen.

 

– Respect voor de ex-partner

Advies 1: je gaat op een tactvolle, niet-agressieve manier weg bij je partner; dan is de kans op wrok kleiner en is er minder kans op tegenwerking van de ex-partner bij de vorming van het nieuwe gezin

 

Advies 2: je tracht in het reine te komen met je ex-partner; als een scheiding zonder wrok niet lukt, blijf je het proberen; het is goed als de vetrokken partner bij herhaling erkent dat hij de andere verdriet heeft aangedaan, en dat verwerken daarvan tijd kost

 

Advies 3: je  maakt samen met je ex-partner van bij het begin van de scheiding een ouderschapsplan; zo’n ouderschapsplan behelst afspraken over het gezag over jullie kinderen en over het beheer van hun goederen, de verblijfs- en omgangsregeling, dagelijkse zorg- en opvoedingstaken, de wijze van informatie-uitwisseling, de onderhoudsbijdrage, de inbreng van de kinderen bij de opstelling van het plan, een bemiddelingsclausule, bepalingen over de wijzigbaarheid van het plan

 

Advies 4: de onderhoudsbijdrage vraagt bijzondere aandacht; het gaat zowel om de eventuele alimentatie voor de partner als die voor de kinderen; het gaat om de betalingen van bijzondere uitgaven; jullie houden rekening met wie het meest voor de kinderen zorgt; jullie houden rekening met de draagkracht-draaglast-verhouding; er moet voorzien worden dat de alimentatieregeling zal aangepast worden i.f.v. toekomstige veranderingen in de gezinssituatie

Advies 5: alvorens je je kinderen inlicht over je nieuwe partner, licht je beter eerst je ex-partner in; je doet dat zelf en laat dat niet over aan je kinderen; als je je partner netjes behandelt, gaat die misschien op een meer neutrale manier met je kinderen over je nieuwe partner praten

Advies 6: je overlegt met je ex-partner over ingrijpende veranderingen en nieuwe regelingen die je nieuwe gezin met zich zal brengen; je houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met het bestaande ouderschapsplan; als jullie het niet eens geraken richten jullie je naar een bemiddelaar, desnoods naar de rechtbank

 

– Introductie van de nieuwe partner

Advies 7: je leert je nieuwe partner goed kennen en gaat na of je het met hem wel ziet zitten;  je betrekt de kinderen ondertussen nog niet bij je nieuwe partner; de vorming van een nieuw gezin is stresserend voor je kinderen; je belast hen dus beter niet met een overbodig contact met een partner die  uiteindelijk toch weer uit het zicht kan verdwijnen

 

Advies 8: je laat de kinderen eerst horen dat er zoiets bestaat als een verliefde ouder alvorens je een ontmoeting organiseert; je kinderen worden op deze manier stilaan voorbereid op de mogelijkheid van een nieuwe partner voor jou en op de mogelijkheid van een nieuw gezin; ze kunnen alvast wennen aan het idee dat je met een nieuwe partner op de proppen kan komen

 

Advies 9: pas als je zeker bent van je nieuwe partnerkeuze geef je je kinderen aan dat je verliefd bent en dat je wilt dat je kinderen je nieuwe partner ontmoeten; je kinderen kunnen beter begrijpen dat er een nieuwe volwassene, misschien wel een stiefouder in hun leven  komt

 

Advies 10: je organiseert in overleg met je nieuwe partner eerst een kort contact met je kinderen; zo voorkom je dat de kinderen overdonderd worden; je kinderen krijgen de kans om te wennen aan de persoon van hun mogelijke stiefouder

 

Advies 11: je trekt best (ongeveer) een jaar uit alvorens je met je nieuwe partner in aanwezigheid van de kinderen omgaat; op die manier geef je de kinderen voldoende ruimte om zich geleidelijk aan te passen aan het nieuwe leven dat hen te wachten staat met hun nieuwe ouder (en zijn gezin!)

 

– Organisatie van het toekomstige nieuwe gezin

Advies 12: jullie bekijken met z’n allen, ouder, stiefouder en kinderen, wat voor iedereen het beste moment is om te gaan samenwonen

 

Advies 13: vooraleer jullie gaan samenwonen, maken jullie een samenlevingsplan, een stiefplan op; zo’n plan helpt om de vorming van het stiefgezin voor te bereiden; het stiefplan houdt rekening met het ouderschapsplan dat jullie met jullie ex-partners hebben gemaakt; het gaat over verwachtingen, wensen, verlangens, noden, doelen en voorwaarden inzake onderlinge omgang van alle betrokkenen, jezelf, de stiefouder, alle kinderen, de andere ouder en eventueel zijn nieuwe partner; jullie trachten samen de meeste essentiële praktische elementen van het samenleven in het samengesteld gezin af te spreken, zoals huishoudgeld, kosten voor de kinderen, belangrijke opvoedingsvragen…

 

Advies 14: bij sommige afspraken kunnen jullie de kinderen betrekken, zoals gebruik van kamers, gebruik van gemeenschappelijke en persoonlijke eigendommen van de kinderen, huiselijke taken…

 

Advies 15: jullie voorzien dat het stiefplan in functie van werkbaarheid, veranderingen, leeftijd van de kinderen… gewijzigd kan worden; jullie kunnen het plan gebruiken om de toestand nu en dan te evalueren en eventueel aan te passen; het stiefplan is een praatstuk waarop jullie kunnen terugvallen als het even niet meer gaat

 

 

  1. Plus- of bonus ouder blijven

 

– Blijvend succes

Goed begonnen is al half gewonnen. Goed begonnen is nog maar half gewonnen! Er vallen adviezen te geven om van een nieuw gezin een blijvend succes te maken en ervoor te zorgen dat de stiefouder een plus- of bonusouder kan blijven.

 

– De band met je ex-partner

Advies 16: je blijft met je ex-partner als ex-partner communiceren; je probeert over de emoties die horen bij het ex-partnerschap te praten; je probeert conflicten maximaal onder controle te houden

 

Advies 17: belangrijke beslissingen over de kinderen nemen jullie met z’n twee; jullie trachten als ouders met elkaar te overleggen; de stiefouder zal dit aanvaarden; de stiefouder ondersteunt het contact tussen de ouders; alle actoren proberen hun plek in het opvoedingsgebeuren te vinden

 

Advies 18: je tracht voor een band tussen je ex-partner en je nieuwe partner te zorgen; ze hoeven immers geen concurrenten van elkaar te zijn; noch wat betreft het partnerschap, noch wat betreft het ouderschap

 

– Loyaliteitsgevoelens bij de kinderen

Advies 19: ouder en stiefouder trachten de kinderen ervan te verzekeren dat jullie de intentie hebben om samen te blijven; jullie vangen samen de kinderen op; jullie vragen naar hun angsten en de weerstanden en bespreken die; hoe ouder de kinderen hoe meer kans op weerstand; kinderen moeten wennen aan de stiefouder; ze hechten zich pas aan de stiefouder als er positieve ervaringen zijn; geef ruimte aan het een-op-een contact tussen ouder en kind en tussen stiefouder en kind

Advies 20: blijf als ouder en stiefouder het belang van de kinderen voorop zetten; als het belang van de kinderen door het nieuwe gezin in het gedrang komt, kan het zelfs nodig zijn het partnerschap te beëindigen of anders te organiseren; zo kunnen ernstige loyaliteitsconflicten bij de kinderen een reden zijn voor de stopzetting van de relatie

 

Advies 21: ouder en stiefouder respecteren ten alle tijden de loyaliteitsgevoelens van de kinderen; de andere ouder wordt niet dood gezwegen; ouder en stiefouder praten respectvol en in positieve bewoordingen over de andere ouder; ouder en stiefouder praten niet negatief over de andere ouder in het bijzijn van de kinderen

 

Advies 22: ouder en stiefouder stimuleren het contact van de kinderen met de andere ouder en helpen hen het contact te onderhouden; ouder en stiefouder spelen een bemiddelende en geen opjuttende rol bij conflicten van de kinderen met de andere ouder

 

– Omgang met de stiefkinderen

Advies 23: de stiefouder erkent best de bloedband en geeft er ruimte voor; soms moet de stiefouder een stapje opzij zetten; kinderen krijgen ook de kans om een relatie met de stiefouder op te bouwen; daarom zet ook de ouder soms een stapje opzij; besef dat de band tussen kinderen en stiefouder zelden heel hecht is; ieder gezinslid moet met ieder ander gezinslid zijn eigen band kunnen ontwikkelen

 

Advies 24: als kinderen moeite hebben om de stiefouder te aanvaarden en negatieve uitspraken doen probeert de stiefouder rustig te blijven; hij benoemt zijn gevoelens en verwachtingen; hij kleineert de kinderen niet; de stiefouder legt uit dat hij niet de ouder is; de ouder neemt de klachten van de kinderen over de stiefouder serieus en bespreekt ze met de kinderen; en ook met de stiefouder; de ouder erkent ook de klachten van de stiefouder over negatieve reacties van de kinderen

 

Advies 25: de stiefouder vat zijn ouderschap op een bescheiden manier aan; hij is geen ouder doch ‘slechts’ ondersteunende mede-opvoeder; hij legt dat de kinderen ook uit; hij trekt de ouderlijke taken niet meteen bij de aanvang naar zich toe; de stiefouder kan vanuit een teruggetrokken opstelling voorzichtig exploreren hoever hij kan gaan in zijn ouderrol; mogelijk breidt de ouderrol zich geleidelijk uit; de stiefouder blijft gevoelig voor de grenzen die de andere gezinsleden aan zijn ouderschap stellen; hij respecteert ze zoveel mogelijk

 

Advies 26: het risico bestaat dat de stiefmoeder er vanuit haar zorginstinct meteen wil invliegen; de vader trekt zich ondertussen terug; stiefmoeders worden overbelast, maar krijgen tegelijkertijd geen respect; kinderen verwachten dat hun vader handelt en optreedt, niet hun stiefmoeder

 

Advies 27: het risico bestaat dat de stiefvader zijn plek als gezagsfiguur meteen wil innemen; teveel interventies kunnen mislukken; ze worden niet geaccepteerd; dat kan leiden tot opvoedingsconflicten; kinderen aanvaarden het gezag van hun moeder beter dan dat van hun stiefvader

 

– Over opvoeding en gezinscultuur

Advies 28: kinderen moeten voortaan in twee gezinnen leven; dit vraagt aanpassingen van het kind die soms zwaar doorwegen; ouder en stiefouder stemmen de verblijfswisseling van de kinderen af met andere betrokken gezinnen; het gaat dan om jullie nieuwe gezin, jullie ex-partners en desgevallend hun nieuw gezin; jullie zorgen voor een vast ritme in de wisseling

 

Advies 29: ouder en stiefouder respecteren de leefregels van de andere betrokken gezinnen; verschillen in leefregels tussen de gezinnen hoeven geen probleem te zijn; jullie betonen interesse voor het leven in de andere gezinnen; jullie geven info door, eventueel via een heen-en-weer schriftje; jullie accepteren dat de kinderen het in het andere gezin naar hun zin hebben; jullie beseffen dat jullie de situatie in de andere betrokken gezinnen niet onder controle hebben

 

Advies 30: ouder en stiefouder respecteren de eigenheden en de identiteit van elk kind; ieder kind krijgt zijn plek qua tijd en ruimte; ieder kind heeft zijn fysieke plek in huis; iedere ouder neemt ook al eens tijd voor zijn eigen kinderen; hij legt dat ook uit aan alle kinderen

 

Advies 31: ouder en stiefouder creëren samen met de kinderen een eigen gezinscultuur; jullie maken nieuwe rituelen en gewoonten; dit kan de band tussen de gezinsleden van het nieuwe gezin een eigen betekenis geven; dit zorgt ook voor een duidelijk onderscheid tussen de verschillende gezinnen waaraan de kinderen participeren; hierdoor kan concurrentie met het oorspronkelijke gezin op de achtergrond verdwijnen en kunnen loyaliteitsconflicten bij de kinderen vermeden worden; een nieuwe gezinscultuur opbouwen kan jaren duren; de nieuwe cultuur groeit dus maar geleidelijk

 

Advies 32: ouder en stiefouder praten met elkaar over opvoeding; jullie opvoedingsstijlen kunnen nogal eens verschillen; daar moet aandacht aan gegeven worden; het gevaar bestaat dat jullie als nieuw geliefden te weinig met elkaar over meningsverschillen praten; misschien zijn jullie wel bang geworden dat het weer mis gaat en gaan jullie heikele gespreksonderwerpen vermijden; dat kan ervoor zorgen dat het later juist wel goed fout gaat; praten over opvoeding schept voor de kinderen duidelijkheid omtrent wat ze op opvoedkundig vlak van hun ouder en stiefouder mogen verwachten

 

– Vier de liefde

Advies 33: ouder en stiefouder dragen zorg voor hun relatie; doe veel leuke dingen met elkaar; geniet van elkaar; investeer in jullie relatie; de liefde is de voorwaarde voor elk samenleven en het kunnen oplossen van conflicten; de opvoeding van de kinderen kan zo’n conflictstof zijn

 

Advies 34: ouder en stiefouder kunnen een gezamenlijke kinderwens hebben; het nieuwe kind mag echter niet alleen dienen als cement voor het nieuwe gezin of als bewijs dat het nieuwe gezin een volwaardig gezin is; het nieuwe kind vraagt tijd en dat mag niet ten koste gaan van de andere kinderen; de oudere kinderen actief betrekken bij de zwangerschap is een goede manier om hen voor te bereiden op het nieuwe halfbroertje of-zusje; de kinderen eisen vaak hun aandeel op in de opvoeding van de nieuwgeborene; jullie geven de kinderen daartoe ook kansen

 

Advies 35: mogelijk wordt het nieuwe gezin een roze gezin; kinderen moeten wennen dat hun ouder van iemand van hetzelfde geslacht houdt; pubers kunnen het daar best moeilijk mee hebben; ook de ex-partner verdient begrip; denk vooral niet dat kinderen het in deze moderne, tolerante tijd gemakkelijk hebben met de homoseksualiteit van hun ouder; jullie brengen deze emotionele problemen ter sprake en beluisteren de kinderen in hun angst, hun verdriet, hun boosheid en de schaamte die ze soms door de geaardheid van hun ouder voelen.

 

  1. Aan de slag

 

Een massa aan adviezen. Ze tonen aan dat het vormen van een samengesteld gezin een complexe zaak is. Er dient met veel factoren en vooral met veel mensen rekening gehouden te worden. Het is niet gemakkelijk om deze adviezen allemaal toe te passen.

Je bent afhankelijk niet alleen van je eigen gedachten, gevoelens, verlangens, maar ook van die van je nieuwe partner, je ex-partner, je kinderen, de kinderen van je nieuwe partner en wellicht ook met die van de ex-partner van je nieuwe partner. Een ingewikkeld kluwen.

Het opbouwen van een samengesteld gezin is een weg van lange adem. Met successen en mislukkingen, met golfbeweging van hoog naar laag. Betracht geen ‘ideaal nieuw samengesteld gezin’. Besef dat een samengesteld gezin – zoals bij de vorming van elk samenleven – een constructie is die met velen moeizaam wordt opgebouwd, die met momenten kan wankelen door krachten die je zelf niet allemaal in de hand hebt, die weer gedeeltelijk kan instorten waardoor herstellingswerken nodig zijn, en zelfs volledig uit elkaar kan vallen waarna enkel nog puin kan geruimd worden…

Toch mogen we hopen dat deze ‘richtlijnen’ een inspiratiebron zijn om een geslaagd samengesteld gezin te vormen en te behouden, een gezin waarin stiefouders ook plus- of bonusouders kunnen worden. Want dat is het beste wat iedereen kan overkomen…

 

 

 

BIBLIOGRAFIE

 

– DE VRIES M. (2012). Met een rolkoffertje naar school. Trouw, 31 oktober 2012.

– DRIESEN L. (2012). Ik wil mama én papa allebei. Over echtscheiding, verwerking, loyaliteit en hulpverlening. Antwerpen/Apeldoorn: Garant, p 179-184.

– DRIESEN L. (2016). Kaat wil niet meer op bezoek. Het ouderverstotingssyndroom. Antwerpen-Apeldoorn: Garant, 137 p.

– DRIESEN L. (2018). Het verhaal van Thomas. Lees- en werkboek voor echtscheidingskinderen, ouders en begeleiders. Antwerpen-Apeldoorn: Garant, 152 p.

– HAVERKORT C. en SPRUYT E. (2012). Kinderen uit nieuwe gezinnen. Handboek voor school en begeleiding. Tielt: Lannoo Campus, 308 p.

-HAVERKORT C., KOOISTRA-POPELIER M., HENDRIKSE-VOOGT A. (2012). Hoe maak je een succes van je nieuwe gezin? Huizen: Uitgeverij Pica, 249 p

– PRONK I. (2012). Wanneer stel je je nieuw liefde aan je kinderen voor? Papa opnieuw verliefd? Blèh, getver, néé! Trouw, 5 december 2012

– PRONK I. (2012). Het hoeft natuurlijk niet te mislukken: zeven gouden regels voor het stiefgezin. Trouw, 5 december 2012.

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *